Posted by : Christelle Denay
Homepage / Al het nieuws / Omzetting omnibusrichtlijn: referentieprijzen bij solden en wijzigingen (digitale) consumentenwetgeving
PresseOmzetting omnibusrichtlijn: referentieprijzen bij solden en wijzigingen (digitale) consumentenwetgeving
Zoals eerder deze week aangekondigd door het kabinet van Staatssecretaris voor Begroting en Consumentenbescherming Eva De Bleeker, gaat de huidige soldenperiode haar laatste termijn in volgens de regelgeving die we op vandaag kennen.
Ter opfrissing: in de Belgische retailsector dient zorgvuldig omgesprongen te worden met aankondigingen waarbij prijskortingen, ‘solden’, ‘opruimingen’, ‘sales’ of ‘koopjes’ worden aangeboden. Ter bevordering van de concurrentie en eerlijke markpraktijken tussen ondernemingen mogen deze termen slechts gedurende de vastgestelde soldenperiodes van 3 januari tot en met 31 januari en van 1 juli tot en met 31 juli gehanteerd worden. Daarbovenop geldt gedurende de maand voorafgaand aan deze wettelijk vastgestelde soldenperiodes in de kleding-, lederwaren- en schoenensector een sperperiode waarbij het verboden is prijsverminderingen aan te kondigen. (art. VI.26 – 29 WER)
Daarnaast was het oude strikte kader waaraan prijskortingen moesten voldoen losgelaten als resultaat van de Europese harmonisatie door de richtlijn 2005/29/EG. Prijskortingen en prijs aanduidingen mogen enkel de consument niet misleiden.
Net daar wringt het schoentje nu. Men stelde immers vast dat de consument wel vaak wordt misleid in verband met kortingen. Volgens cijfers van de Economische Inspectie[1] werd gedurende 2021 in bijna 25% van de uitgevoerde controles met betrekking tot de wettelijke vereisten van prijsaanduiding een inbreuk vastgesteld. Een opvallende vorm van fraude die werd vastgesteld is de praktijk waarbij ondernemingen net voorafgaand aan de soldenperiode een hogere prijsaanduiding hanteren, waardoor de kort daarna toegekende korting tijdens de soldenperiode slechts een gedeeltelijke en fictieve korting betreft en de consument dus misleid wordt.
Met de Europese Richtlijn (EU) 2019/2161, “wat betreft betere handhaving en modernisering van de regels voor consumentenbescherming in de Unie” (ofwel de ‘Omnibusrichtlijn’), en de voorgestelde omzetting naar Belgisch recht, wordt daarom de regeling inzake prijskortingen terug verscherpt. De richtlijn moest worden omgezet ten laatste tegen 28 november 2021 om van kracht te worden ten laatste op mei 2022.
Vanaf de volgende soldenperiode zal dus een verplichte vermelding van een duidelijke referentieprijs gelden. De te vermelden referentieprijs is de laagste prijs door de onderneming aangeboden gedurende de periode van dertig dagen voorafgaand aan de prijsvermindering (en dus ook de soldenperiode), waardoor de transparantie ten opzichte van de consument wordt vergroot en zo ook de mogelijkheid tot misleidende en frauduleuze praktijken wordt verkleind.
De Omnibusrichtlijn beoogt in één beweging wijzigingen door te voeren die betrekking hebben op het aanbieden van digitale diensten, de bescherming van het consumentenrecht (meer bepaald prijsaanduidingen en misleidende praktijken) en het herroepingsrecht. De ministerraad keurde reeds op 10 november 2021 het voorontwerp van deze richtlijn goed en maakte de tekst voor advies over aan de Raad van State. De omgezette regelgeving dient volgens de Omnibusrichtlijn ten laatste op 28 mei 2022 van kracht te worden, wat overeenkomt met de ambities van de Staatssecretaris om de referentieprijzen te hanteren, één maand voorafgaand aan de volgende soldenperiode.
Daarnaast voorziet de Omnibusrichtlijn voor de lidstaten nog een aantal mogelijkheden om de (digitale) consumentenwetgeving te verscherpen, die hierna kort, in afwachting van de definitieve Belgische tekst, worden overlopen:
- De lidstaten krijgen de mogelijkheid om overtredingen op het consumentenrecht strenger en doeltreffender te bestraffen door (administratieve) boetes te kunnen opleggen tot 4% van de jaaromzet van de ondernemingen in overtreding;
- De transparantieplicht bij het aanbieden van digitale diensten wordt uitgebreid. Zo wordt het verboden (betaalde) derde partijen in te zetten om (valse) beoordelingen te geven voor een product of dienst en moet gegarandeerd worden dat consumentenbeoordelingen slechts afkomstig kunnen zijn van consumenten die wel degelijk voor het product of dienst hebben betaald. De aanbieder moet ook duidelijk aangeven of alle consumentenbeoordelingen worden weergegeven en bijvoorbeeld niet alleen de positieve beoordelingen. Indien een product een bepaalde rankschikking behaalt bij het online opzoeken van dit product, maar deze rankschikking louter op basis betaalde advertentie werd bekomen, dient dit duidelijk te worden aangegeven. Op een online platform moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden of beoordelingen op , het niet-respecteren hiervan wordt gekwalificeerd als een misleidende handelspraktijk;
- Het consumentenrecht moet een gelijkaardige bescherming bieden aan de consument die wordt geboden bij de aankoop van een product of een dienst tegen betaling, in het geval de consument het product of dienst ‘kosteloos’ wordt aangeboden, maar in ruil waardevolle informatie met betrekking tot zijn/haar persoonsgegevens afstaat;
- De termijn voor het herroepingsrecht bij deur-tot-deur verkopen of aankopen gedaan in het kader van een excursie georganiseerd door een onderneming, kan worden uitgebreid van 14 dagen tot 30 dagen na aankoop;
De omzetting van de Omnibusrichtlijn zal dus een aantal implicaties hebben op de manier waarop u (digitaal) de consument wilt bereiken, waarbij u voornamelijk bij aanvang van de volgende soldenperiode de nodige wijzigingen zult moeten doorvoeren.
Advokatenkantoor Racine
[1] https://evadebleeker.be/nl/nieuwsbericht/detail/de-bleeker-referentieprijs-moet-consumenten-beschermen-tegen-frauduleuze-koopjes