Homepage / Al het nieuws / Culpa in contrahendo in het nieuwe Burgerlijk Wetboek

Presse

Culpa in contrahendo in het nieuwe Burgerlijk Wetboek

Het nieuwe Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek inzake verbintenissen treedt in werking op 1 januari 2023.

De nieuwe tekst wijzigt het verbintenissenrecht niet fundamenteel: hij integreert de oude bepalingen en de door de rechtspraak van het Hof van Cassatie en de rechtsleer ontwikkelde regels, en beslecht in bepaalde gevallen controverse.

Dit is het geval voor de artikelen m.b.t. precontractuele aansprakelijkheid.

In artikel 5.15 van de nieuwe Code is de vrijheid van onderhandeling vastgelegd: ” De partijen zijn vrij precontractuele onderhandelingen aan te vatten, te voeren en af te breken.
Ze handelen hierbij in overeenstemming met de eisen van de goede trouw 
».

Artikel 5.17 bevestigt evenwel dat partijen die over een overeenkomst onderhandelen, buitencontractueel aansprakelijkheid kunnen oplopen in geval van foutief afbreken van de onderhandelingen.

In dit geval worden twee sancties voorzien:

  • In principe moet de benadeelde persoon teruggeplaatst worden in de situatie waarin hij zich zou hebben bevonden indien er niet zou zijn onderhandeld.  Zo kunnen de kosten die in het kader van de onderhandelingen gemaakt worden, zoals advieskosten, worden vergoed.
  • Wanneer het rechtmatig vertrouwen is gewekt dat het contract zonder enige twijfel gesloten zou worden, kan de sanctie het herstel zijn van het verlies van de verwachte netto-voordelen uit het niet gesloten contract. De vergoeding van de zogenaamde positief belang blijft een  uitzondering,  maar  kan  leiden  tot bijzonder hoge vergoedingen.

De artikelen 5.15 en 5.17 codificeren de bestaande praktijk, met uitzondering van de sanctie van positief belang, die de codificatie is van een tendens die door de hoven en rechtbanken weinig werd toegepast.

Zoals bekend wordt de sluiting van een franchiseovereenkomst voorafgegaan door een belangrijke precontractuele fase waarin de franchisegever verplicht is de kandidaat- franchisenemer een exemplaar van de overeenkomst en een precontractueel informatiedocument (PID) te verstrekken en een bedenktijd van ten minste één maand toe te staan vóór de sluiting van de overeenkomst.

De Arbitragecommissie heeft in haar advies nr. 2017/16 van 22 februari 2017 in herinnering gebracht dat “(…) geldt als algemene regel dat het verstrekken, door (de franchisegever) van het ontwerp van het precontractuele informatiedocument, op zich geen bindend aanbod vormt om dat akkoord te sluiten, en dat die persoon niet verplicht is om dat aanbod zomaar te aanvaarden.“. Verder stelt de Commissie : « Zo blijven de partijen (…) vrij om al dan niet een overeenkomst te sluiten. Niettemin kunnen de partijen bij de onderhandelingen «  nog aansprakelijk worden gesteld omwille van verbintenissen die ze zijn aangegaan voor de overeenkomst gesloten werd.  Men noemt dat de ‘culpa in contrahendo’. »

Deze oplossing was reeds gekozen in een arrest van het Hof van Beroep te Luik (31 oktober

2013 R.G. 2012/1051): het Hof stelde dat het verstrekken van een PID en een ontwerp van overeenkomst “n’a pas la valeur d’engagement” in hoofde van de franchisegever, maar “marque à tout le moins le point de départ d’un processus qui a pour objectif final l’implantation »  (van een franchisewinkel).

De casus was bijzonder omdat er aan de franchisegever niet werd verweten dat hij de onderhandelingen foutief zou hebben afgebroken maar dat hij deze zou hebben gestart wanneer het onmogelijk was een overeenkomst te sluiten, aangezien het project van de kandidaat-franchisenemer zich in een exclusiviteitsgebied bevond dat reeds was toegewezen in het kader van een eerder met een andere franchisenemer gesloten overeenkomst.

In zijn arrest heeft het Hof van Beroep de franchisegever aansprakelijk gesteld voor het afbreken van de onderhandelingen en aan de kandidaat-franchisenemer een schadevergoeding toegekend die overeenkomt met de onnodig gemaakte kosten.

Er zij op gewezen dat het nieuwe Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek de situatie van partijen die onderhandelingen aangaan niet fundamenteel wijzigt. Maar, wat belangrijk is, het versterkt de sancties wanneer een van de partijen het vertrouwen wekt dat de overeenkomst zal worden gesloten en later de onderhandelingen definitief afbreekt.

Marc GERON

Advocaat bij de balie van Luik-Huy